welstand

1.

Als God de HEER het huis niet bouwt,

al is de bouwer nog zo sterk;

vergeefs is al het zware werk,

als hij niet op de HEER vertrouwt.

Wanneer God zijn bescherming staakt,

vergeefs is ’t dat de wachter waakt.

2.

Hoort, wie vroeg op en laat nog werkt,

vergeefs eet brood dat u niet zint:

God geeft het hem, die Hij bemint,

als in de slaap, zo ongemerkt.

Kind’ren als erfdeel van de HEER;

Hem zij voor al dat loon de eer.

3.

Zoals de pijlen van een held,

zo zijn de zonen van zijn jeugd,

waarin hij zich al vroeg verheugt,

bij hem als in zijn hand gesteld;

zij spreken zonder vrees hun woord

tegen de vijand in de poort.


Psalmen, 127.