vruchtbaarheid
1.
Geluk en zaligheden
verkrijgt hij van de HEER,
die niet zal overtreden,
maar vreest Zijn wetten zeer.
U zult de vruchten plukken
van d’ arbeid die u werkt.
Al wat u doet zal lukken,
’t geluk is onbeperkt.
2.
Uw vrouw zal vruchtbaar wezen,
als wijnstok aan uw huis;
uw kinderen geprezen,
rondom uw tafel thuis
geplant als de olijven.
Zie, alzo zal die man,
die God zal vrezen, blijven;
dat niets hem hind’ren kan.
3.
De HEERE zal u zegen
uit Sion, en het goed
vanuit Jerus’lem geven
als Hij u bloeien doet;
het volgt u heel uw leven.
Uw kroost, gezond en wél,
zal kleinkinderen geven.
Vrede voor Israël!
Psalmen, 128.