Herdicht
 

(Bijgewerkt 13-09-2010)


Voorbeelden herdicht groep 1 (Brontekst Nederlands):

  1. -Hij droech onse smerten (Jacobus Revius) --> Hij droeg onze smarten

  2. -Een dankende disgenoot (Petrus Immens) --> Avondmaalszegen

- Ik wil mij gaan vertroosten --> Ik wil mij troosten

  1. -Over-Ysselsche sangen en dichten (Jacobus Revius). Dit is een grote verzameling van heel karakteristieke gedichten. De naam is nog wel een beetje bekend, maar de meeste gedichten uit deze bundels niet meer. Sommige gedichten zijn erg mooi; maar de taal is nu oud, mede daarom worden ze weinig meer gebruikt en hebben ze erg weinig bekendheid meer. Van deze verzameling zijn negentien herdichten gereed.



    God een geest

Als van de grote God ons ’t beeld voor ogen gaat

dat als de aardse mens, uit vlees en bloed bestaat

    denk dan niet dat de zaak ook werkelijk zo is,

    maar weet: in ieder woord steekt een geheimenis.

Heeft dan een geest en een éénvoudig wezen

een lichaam nodig, aderen en pezen?

    Of handen, als de schepping staat zodra Hij wenkt?

    Of oren, die oneindig reeds aan alles denkt?

Of ogen, Hij die Zelf het licht straalt door de wolken?

Of tong, als al Zijn schepselen Zijn werk vertolken?

    Of voeten; vult Hij niet de aarde overal?

    Waar denkt u dat Hij gaan of dat Hij reizen zal?

Nee mens, uw God heeft heel geen uiterlijke leden

maar klein is uw vernuft en vleselijk uw reden.

    Zo stamelt Hij met u, opdat u goed Zijn kracht,

    Zijn grootheid en Zijn deugd kende en overdacht.


Naar:

God een Geest

Uit: Over-Ysselsche sangen en dichten

Jacobus Revius



Voorbeelden herdicht groep 2 (Brontekst niet Nederlands)

Uit het Latijn

- Dies Irae (Thomas van Célano?) --> Dag van Toorn.

- Veni Redemptor Gentium (Isaäc Ambrosius, 337-397) --> Waak op, o Israëls Koning (9 coupletten van 4 regels). Gecomponeerd op de melodie van Nun komm, der Heiden Heiland (een eerdere herdicht van Veni Redemptor Gentium door Martin Luther).


Uit het Duits

  1. -Christe, der du bist Tag und Licht (Erfurt Gesangbuch, 1526) --> Dag en Licht

  2. -Aus tiefer Not schrei ich zu dir, naar Psalm 130 (Martin Luther, 1523) --> Uit diepe nood

  3. -O Gott, du Frommer Gott (Johann Heermann, 1630)--> O God, die vromen leidt. (9 coupletten van 8 regels)

  4. -Jesu, meine Freude (Johann Franck, 1655)--> Jezus, Sieraad, Vreugde. (6 coupletten van 9 regels)

  5. -Der Tag ist hin (Joachim Neander, 1650-1680)--> De dag is heen. (6 coupletten van 4 regels)

  6. -Wie schön leuchtet den Morgenstern (Philipp Nicolai, 1527)--> Hoe lieflijk schijnt de Morgenster. (3 coupletten van 10 regels)

  7. -Wenn wir in höchsten Nöten sein (Paul Eber, 1560)--> In angst en noden. (7 coupletten van 4 regels), melodie en rijmschema: Berijming 10 Geboden/Mijn ziel, herdenk met heilig beven

  8. -Das Jahr geht still zu Ende (Eleonore von Reuß, 1857)--> Het jaar neemt stil een einde. (6 coupletten van 8 regels)

  9. -Ein feste Burg (Martin Luther, 1483-1546))--> Een vaste Burcht. (4 coupletten van 9 regels)

  10. -Ich ruf zu dir (Johan Agricola, 1494-1566)--> Ik roep U aan. (5 coupletten van 9 regels),

  11. -Verleih’  uns Frieden gnädiglich (Martin Luther, 1529)--> Heer, geef genadig ons Uw vreê. (1 couplet van 5 regels)

  12. -Lobe den Herren, den Mächtigen König der Ehren (Joachim Neander, 1650-1680)--> Loof onze Heere. (5 coupletten van 5 regels).



Het ‘Lutherlied’

(Geplaatst 26-11-2009)

Afgelopen week heb ik het lied ‘Ein feste Burg’ opnieuw overgezet in het Nederlands.


De kerkhervormer Martin Luther (1483-1546) heeft dit lied geschreven, dat zeer wijd bekend en geliefd is geworden.

In het Nederlands hebben wij hier de bekende versie van: ‘Een vaste Burcht is onze God’. Een aansprekend overwinningslied. Het wordt ‘Het Lutherlied’ genoemd. Met name deze versie maakt eigenlijk sterk de indruk van een strijdlied. Als zodanig is het ook veel gebruikt, en ook wel bekritiseerd.

Overigens bestaan er nog diverse andere overzettingen in het Nederlands; onder andere staan er een paar in het ‘Gereformeerd Kerkboek’ dat in de jaren ’80 van de 20e eeuw is uitgegeven.


Toen Ik de Nederlandse tekst van ‘Een vaste Burcht’ nog eens bestudeerde en vergeleek met de Duitse tekst van Luthers lied, viel me op dat de dichter heel vrij is omgegaan met de oorspronkelijke tekst; het verschilt inhoudelijk vrij sterk van het origineel.

Luthers lied maakt helemaal niet zo’n heldhaftige indruk! Hij spreekt over ‘De oude boze vijand’, en dat wij niets tegen hem klaarmaken. Hij zingt letterlijk dat de ‘Juiste Man voor ons strijdt’; hij heet Jezus Christus, de Heere Zebaoth!

Hij hoeft maar één woord te spreken en de vijand valt.


Hieronder staan achtereenvolgens Luthers lied, de bekende oude Nederlandse versie en de herdicht van mijn hand.

Overigens heb ik het gedicht op de bekende versie van de melodie met hele noten gecomponeerd; dat is niet de oorspronkelijke melodie van Luthers ‘Ein feste Burg’. Die is levendiger en lichtvoetiger (ook minder eenvoudig om te zingen). Misschien komt er ook nog een versie op die oorspronkelijke melodie, zoals andere Nederlandse dichters in de 20e eeuw ook al hebben gedaan, zie o.a. het Liedboek voor de Kerken.


1.

Ein' feste Burg ist unser Gott,

Ein gute Wehr und Waffen;

Er hilft uns frei aus aller Not,

Die uns jetzt hat betroffen.

Der alt' böse Feind,

Mit Ernst er's jetzt meint,

Groß' Macht und viel List

Sein' grausam' Rüstung ist,

Auf Erd' ist nicht seinsgleichen.

2.

Mit unsrer Macht ist nichts getan,

Wir sind gar bald verloren;

Es streit' für uns der rechte Mann,

Den Gott hat selbst erkoren.

Fragst du, wer der ist?

Er heißt Jesu Christ,

Der Herr Zebaoth,

Und ist kein andrer Gott,

Das Feld muß er behalten.

3.

Und wenn die Welt voll Teufel wär

Und wollt uns gar verschlingen,

So fürchten wir uns nicht so sehr,

Es soll uns doch gelingen.

Der Fürst dieser Welt,

Wie sau'r er sich stellt,
Tut er uns doch nichts,

Das macht, er ist gericht',

Ein Wörtlein kann ihn fällen.

4.

Das Wort sie sollen laßen stahn

Und kein'n Dank dazu haben;

Er ist bei uns wohl auf dem Plan

Mit seinem Geist und Gaben.

Nehmen sie den Leib,

Gut, Ehr', Kind und Weib:

Laß fahren dahin,

Sie haben's kein' Gewinn,

Das Reich muß uns doch bleiben.

~~~


1.

Een vaste burcht is onze God,

een toevlucht voor de Zijnen!

Al drukt het leed, al dreigt het lot,

Hij doet zijn hulp verschijnen!

De vijand rukt vast aan

met opgestoken vaan;

hij draagt zijn rusting nog

van gruwel en bedrog,

maar zal als kaf verdwijnen!

2.

Geen aardse macht begeren wij,

die gaat welras verloren.

Ons staat de sterke Held ter zij,

dien God ons heeft verkoren.

Vraagt gij zijn naam? Zo weet,

dat Hij de Christus heet,

Gods eengeboren Zoon,

verwinnaar van de troon:

de zeeg’ is ons beschoren!

3.

En grimd’ ook d’ open hel ons aan

met al haar duizendtallen,

toch zal geen vrees ons nederslaan,

toch doen wij `t krijgslied schallen.

Hoe ook de satan woedt,

wij staan hem voet voor voet,

wij tarten zijn geweld;

zijn vonnis is geveld:

één woord reeds doet hem vallen!

4.

Gods Woord houdt stand in eeuwigheid

en zal geen duimbreed wijken.

Beef, satan! Hij, die ons geleidt,

zal u de vaan doen strijken!

Delf vrouw en kind’ren `t graf,

neem goed en bloed ons af,

het brengt u geen gewin:

wij gaan ten hemel in

en erven koninkrijken!

~~~


1.

Een vaste Burcht is onze God,

ons goede Schild en Wapen.

Hij voert ons uit het zwaarste lot

dat voor ons lijkt geschapen.

De oude vijand woedt

met een verhit gemoed,

nog steeds niet uitgeblust;

met gruwel uitgerust

die zijn gelijke nergens heeft.

2.

Met onze macht is ’t niets gedaan

spoedig zijn wij verloren.

Maar zie, daar komt de Redder aan

die God heeft uitverkoren.

Kent u zijn Naam nog niet?

’t Is Christus die u ziet,

de Heere Zebaoth

en Hij alleen is God,

Hij zal Zijn rijk behouden.

3.

Al was het vol van duivelsmacht

om ons hier te verslinden,

dan vreesden wij niet voor hun kracht,

want Jezus zou hen binden.

Al had de wereldvorst

nog naar ons bloed gedorst,

hij richt toch niets meer aan,

zijn macht is nu gedaan.

Eén woord maar doet hem vallen.

4.

Eert Christus met Zijn plan en raad,

Zijn Geest geleidt ons allen.

Laat staan het Woord zoals het staat,

er zal geen zaak van vallen.

Neem goed en leven af,

werp vrouw en kind in ’t graf;

laat alles zo dan gaan,

geen nut brengt het je aan,

het Rijk zal voor ons blijven.